Eden Hazard, Axel Witsel, Zinho Vanheusden, Kevin De Bruyne, Dries Mertens. Het lijstje Rode Duivels die de afgelopen maanden geblesseerd uitvielen of in het geval van die eerste drie nog steeds geblesseerd zijn, is bijzonder lang. Een maandenlange revalidatie is de logische volgende stap. Een mentaal zware periode voor atleten waar Lieven Maesschalck, kinesist bij Move to Cure, hen bij begeleidt. Motivatie is daarbij zeer belangrijk. ‘Het ergste dat je kan meemaken is een terugval, hervallen in een blessure. Dat moeten we ten strengste vermijden.’
Een blessure is het ergste wat je als topsporter kan overkomen. Je bent weken of in het slechtste geval maanden out. Mentaal gezien is dat een serieuze opdoffer. ‘Je moet hen op de juiste manier terug motiveren’, zegt Lieven Maesschalck. ‘Ook mentaal. Ze kunnen niet spelen. Voor hen is dat een ongewone situatie. Vaak weten ze niet wat er gaat gebeuren. Er duikt twijfel op. Komen ze wel of niet terug? Het is heel belangrijk dat je samen met je atleet een heel goede en duidelijke communicatie opbouwt. Dat is essentieel. Je bent een luisterend oor.’
‘Je moet altijd je atleet centraal stellen in het proces van de revalidatie’
‘Je moet de dingen die spelen in hun leefwereld en omgeving inzien om ze goed te kunnen begeleiden. Ze krijgen vaak te maken met druk vanuit de club uit of vanuit hun directe omgeving. Je moet dat juist inschatten door goed te coachen en positief te zijn in het verhaal, maar op een heel objectieve manier. De juiste targets stellen, de juiste doelen. Je moet vanaf het begin duidelijk zijn. Als ze een maand niet kunnen spelen, dan moet je hen dat ook duidelijk maken.’
‘Uiteindelijk moet je een 50/50 relatie krijgen waar de atleet mee gaat denken in zijn revalidatie en mee input begint te geven. Door het geven van small targets krijgen de atleten na een tijdje ook het gevoel dat het hen wel lukt. The good message. Zo krijg je geleidelijk aan die terugkeer. Je moet duidelijk en streng zijn aan de ene kant, maar een luisterend oor bieden aan de andere kant. Je moet de twijfel wegnemen, en dat doe je door kleine successen te boeken tijdens de revalidatie.’
‘Euforie is een misplaatste boodschapper’
Belangrijk is dat je niet te snel gaat. Revalidatie vergt nu eenmaal tijd. Het laatste dat je wil, is hervallen en terug vanaf nul beginnen. Maesschalck bevestigt dat: ‘Atleten willen allemaal te snel gaan. Het gaat altijd te traag. Ze denken altijd dat de wonderen de wereld nog niet uit zijn. Maar het toffe is dat je de biologie moet respecteren. Je moet aan een aantal parameters voldoen om terug te kunnen spelen. Je trainer wil dat je sneller beschikbaar bent. Als speler wil je zo snel mogelijk fit zijn. Het kan niet snel genoeg gaan. Maar het is aan ons om hen daarin te coachen en soms de atleten tegen zichzelf te beschermen. Het ergste dat je kan meemaken is een terugval, hervallen in die blessure. Dat moeten we ten strengste vermijden. Of dat je door snel te willen gaan een andere blessure krijgt. Dat kan niet de bedoeling zijn.’
‘Rehab must be fun’
Te snel willen gaan is een rechtstreeks gevolg van de druk die er vanuit de club en entourage op de atleet wordt gelegd. Dat denk Maesschalck ook: ‘Er is altijd druk. Topsport is druk. Tijd speelt daar een essentiële rol in, afhankelijk van de blessure. There’s always a target and you always have to perform better. Er is altijd een druk van de speler naar mij toe. Het is ook leuk om met die druk om te gaan. Druk kan je omzetten in een heel positief gegeven. Ik daag je uit om te presteren. Je moet even hard werken tijdens de revalidatie als je op het veld zou doen. Een atleet moet de insteek hebben om alles eruit te halen. Je moet met dezelfde attitude werken aan je revalidatie. Die druk, je geraakt er gewend aan aan de ene kant. Aan de andere kant is dat een fantastische challenge. Maar wat echt belangrijk is, is de focus op je atleet en niet op de omgeving. Je moet altijd je atleet centraal stellen in het proces van de revalidatie. Daar gaat het uiteindelijk om. Niet op de omgeving. Dat is de kunst.’
Iedere atleet is anders
Een revalidatie is een zwaar proces, zowel fysiek als mentaal. Je kan niet meer trainen als daarvoor en de oefeningen zijn vaak saai. ‘Er zijn 5000 wegen naar Rome. Je kan parameters stellen op 10.000 manieren. Een toptherapeut heeft de gave van de creativiteit. Dat wil zeggen dat we de parameters trainen, maar de invulling daarvan, daarin gaan we altijd variëren. Zo blijft alles aangenaam. We zorgen voor een heel duidelijke interactiviteit met de omgeving. Ook in spelvorm. Veel hangt af van de creativiteit. Dat is de kunst. Rehab must be fun.’
‘Iedere atleet moet ook anders benaderd worden. Je moet je als het ware inleven in de leefwereld van de atleet. Als ze wat ouder zijn benaderen ze een blessure ook anders. Ze weten waar ze aan beginnen omdat ze vaak al eens in die situatie hebben gezeten. Ze hebben ook een andere relatie met de trainer, met de ploeg, met de club, met hun omgeving… noem maar op. Jongeren pak je daardoor helemaal anders aan. Ze zitten in dezelfde sport, maar de beleving is totaal anders.’
Tekst: Jens Jacobs, foto: © Move to Cure
Geef een reactie