Tom Dumoulin is sinds kort renner af. De Nederlandse ex-Giro-winnaar zette zijn carrière on hold door een gebrek aan motivatie. De goesting, zoals ze dat in de volksmond zeggen, was er niet meer. Dan is het niet meer dan logisch dat je even bij jezelf te rade gaat.
Het verhaal van Dumoulin doet enorm hard denken aan dat van Marcel Kittel. De Duitse sprintbom besliste in 2019 ook om er vroegtijdig de brui aan te geven. Ook bij Kittel was er een gebrek aan motivatie. Wielrennen is geen lachertje, en dat bewijzen deze twee heren nog maar eens. Het trainingslabeur dat voorafgaat aan de koers is misschien nog wel zwaarder dan de koers zelf. Eindeloze kilometers leggen de renners af in de hoop een topvorm te versieren die hen naar eeuwige roem leidt, in de vorm van winst in een klassieker of een etappe in een grote ronde. Maar als die overwinning uitblijft, valt het te begrijpen dat je het na een tijdje niet meer kan opbrengen om jezelf zo te kwellen op een fiets. Dat hakt er mentaal in.
TE SLIM VOOR DE KOERS
Een opmerkelijke gelijkenis tussen Kittel en Dumoulin is dat het beiden erg slimme mannen zijn. Dumoulin wou geen coureur worden, die wou dokter worden. Het lot besliste daar anders over. Kittel daarentegen begon na zijn afscheid van het wielrennen meteen aan een andere carrière, als student Economie.
‘Het vergt een sterke persoonlijkheid om je eigen kwetsbaarheid te laten zien’
Beide heren zijn denkers, en laat er nu net op de fiets heel veel tijd zijn om na te denken. Om te denken aan alles wat ertoe doet. Aan de koers, maar zeker ook aan andere dingen zoals familie en vrienden. Twee exponenten waar je als coureur weinig tijd voor hebt door het drukke reisschema.
VERGIFTIGD GESCHENK
Dumoulin werd in 2017 tegen alle verwachtingen in winnaar van de Ronde van Italië en pakte daar op de koop toe nog eens 4 ritoverwinningen. Wat later dat jaar moest ook de tijdrit op het WK eraan geloven. Een vergiftigd geschenk zo blijkt later. Wereldkampioen tijdrijden en grote ronde-winnaar? Dat brengt heel wat druk met zich mee. Heel Nederland verwachtte plots van hun landgenoot dat hij de Ronde van Frankrijk ook op zijn naam ging schrijven, de koers die er echt toe doet in de ogen van de Nederlandse fans. Thijs Zonneveld, journalist bij de Nederlandse krant Algemeen Dagblad zag die druk met zijn eigen ogen toenemen. ‘Dumoulin heeft als kleine jongen zelf nooit gedroomd van Tourwinst. Gedurende zijn carrière is hij beter geworden. En progressie maken is stimulerend. Daar haal je ook heel veel plezier uit. Na die Girowinst en het WK bleef er maar een doel over en dat was de Tour. Er kwam enorm veel druk van het publiek en de sponsoren. Daar is het beginnen foutgaan.’
In 2018 lukte dat ook bijna. In de Ronde van Italië moest hij nog zijn meerdere erkennen in Chris Froome. Maar Italië was niet het hoofddoel van Dumoulin. Een maand later zou hij als de absolute topfavoriet de Rode van Frankrijk winnen. Strijdend ging de Nederlander ten onder. Enkel de Brit Geraint Thomas bleek sterker. Een straffe prestatie, maar niet de prestatie waarvoor hij gekomen was. ‘Hij werd tweede in de Giro en de Tour, maar gaf toen al aan dat hij dat jaar veel minder plezier haalde uit het wielrennen dan daarvoor. Dat maakt dat de progressie ook wegvalt. Als het jaren alleen maar draait om de Tour te winnen, terwijl dat iets is wat voor zeer weinig renners is weggelegd, dan wordt het wel een haal koud leven als dat nu eenmaal uit het zicht verdwijnt’, gaat Zonneveld verder.
KNIE NEKT AMBITIES
Elke wielercarrière bestaat uit vallen en opstaan. Al kan je dat best wel letterlijk nemen in dit geval. Dumoulin zag bijna zijn hele jaar 2019 gefnuikt door een knieblessure. Daarnaast voelde de Nederlander zich niet meer thuis bij Sunweb, het team waar voor elke actie een regel bestaat waaraan je je als renner moet houden. Dumoulin wou weg, en kreeg zijn transfer.
De gele brigade van Jumbo-Visma bood een oplossing. Maar die transfer zorgde er wel voor dat de verwachtingen enorm hoog gespannen stonden. Dumoulin reed dan ook opeens voor de beste rondeploeg van het moment. ‘Hij gaat van een gestructureerde ploeg naar een gestructureerde ploeg. Maar zo is hij ook. Hij is een controlefreak. Als hij een windtunneltest doet, dan is hij niet binnen een paar uur klaar. Alles moet getest worden. Hij gaat daar net zo goed zelf in mee en focust, tot in het extreme, op details. Hij heeft in die zin wel gekozen voor een ploeg die wel bij hem past. Ook qua karakter en prestatievermogen.’
CODE GEEL
Voor het begin van de Ronde van Frankrijk was er nog niks te merken van de mentale malaise bij Dumoulin. De Nederlander verscheen aan de start als mede-kopman naast de Sloveen Primoz Roglic. De bedoeling was dat beiden zo lang mogelijk zouden meedoen voor eindwinst en dat er in de loop van de drie-weken-durende ronde sportief beslist zou worden wie zich voor wie zou wegcijferen om dat hoger doel, die gele trui, te bemachtigen. Dat plan kon al snel de vuilbak in. Dumoulin moest al in de eerste col van betekenis de rol lossen.
In de NOS-documentaire ‘Code Geel’ werd pijnlijk duidelijk dat de druk die hem opgelegd werd, of die hij zichzelf oplegde, hem te veel werd. Een ontroostbare Dumoulin stapte de bus op, klagend over zijn zadel en het slechte gevoel op de fiets. Het zadelprobleem zou een wederkerend iets worden in de documentaire. Zijn ploegleiders en mecaniciens werden er gek van. Maar vooral Dumoulin had last. Rijd zelf maar eens twee weken in de zwaarste rittenkoers ter wereld terwijl je je niet goed voelt op je fiets. Het lijkt een half mirakel dat de Nederlander er niet vroegtijdig de brui aan gaf.
Dat hij nu even een punt zet achter zijn carrière is dan weer wel verrassend. Oké, de Tour was niet wat hij ervan verwacht had, maar Dumoulin won bij Jumbo-Visma op een haar na de Tour met Primoz Roglic. Enkel de Sloveen Tadej Pogacar besliste daar in die historische tijdrit anders over. Een loodzware tijdrit met aankomst op La Planche des Belles Filles waarin Dumoulin tweede werd. Zo slecht was het dan toch niet. ‘Het vergt een sterkte persoonlijkheid om je eigen kwetsbaarheid te laten zien. Maar een Tom Dumoulin zit natuurlijk wel in een luxepositie. Die weet dat hij niet zomaar vervangbaar is. 90 procent van de renners weet dat als hij zijn plaatsje weggeeft, dan staat er de volgende dag een vergelijkbaar renner in zijn. Bij renners zoals Dumoulin is dat niet per se zo. Als die binnen een half jaar of een jaar zegt dat hij wil terugkeren in het peloton, dan is er echt wel een ploeg die hem welkom zal heten. Als het al niet zijn eigen ploeg is’, zegt Zonneveld.
COMEBACK
Laat Tom Dumoulin maar bij zichzelf te rade gaan en uitmaken wat hij wil. Zonder druk, zonder de fiets. En moest hij nog eens terugkeren in het peloton, dan zal het niet als ronderenner zijn. Dat vergt mentaal te veel van de renner die Tom Dumoulin is. Daar is Thijs Zonneveld het mee eens: ‘Ik weet niet of dat korset van ronderenner wel zo goed bij hem past. Zoals hij in 2016 koerste, met de Olympische tijdrit als doel en in de Tour de dagen eruit pikte en 2 etappes won, dat gaat hem beter af. Ik denk dat hij daar veel gelukkiger van wordt. Met een kilootje of twee extra, maar niet te vergeten heel wat minder druk.’ En moest hij niet meer terugkeren, dan is dat ook maar zo. Het mentale primeert altijd op het sportieve, altijd.
Tekst: Jens Jacobs, foto: Brendan Ryan (CC-BY-NC-ND 2.0)
Geef een reactie